Om je mentale gezondheid te verbeteren, moet je vaak je gedrag veranderen. En als er iets lastig is, is dat het wel. Expert Doeschka Anschutz vertelt wat je als werkgever kunt doen om je werknemers te helpen. En wat je beter níet kunt doen, ook al heb je nog zulke goede bedoelingen.
Wat Doeschka Anschutz zelf doet om mentaal fit te blijven? Een heleboel, zegt de universitair docent. Zo gebruikt ze bewust geen sociale media. “Ook geen WhatsApp of Netflix. Mensen vinden dat vreemd, maar ik heb nog nooit iets gemist. Ik kan mijn contacten mailen, bellen of gewoon in het echt zien. Dat vind ik veel waardevoller. Bovendien geeft het me rust in mijn hoofd. Als ik ga wandelen, laat ik mijn telefoon ook meestal thuis.”
Intrinsieke motivatie
Toch zou Doeschka de laatste persoon zijn die zegt dat andere mensen ook op sociale media-dieet moeten. Ze gelooft namelijk niet zo in het geven van tips en tricks voor een betere mentale gezondheid. “Ik zie vaak dat werkgevers heel begaan zijn met hun werknemers. Dan komen ze met allerlei suggesties of adviezen. Goed bedoeld, maar daar worden mensen juist passiever van. Ook kan advies van buitenaf averechts werken en weerstand oproepen. Moeten ze óók nog meer bewegen.”
“We wéten vaak wel wat goed voor ons is, zoals: gezond eten, veel bewegen en genoeg slapen”, vervolgt de wetenschapper. “Maar we komen pas in actie als een oplossing ook in ons dagelijks leven past. En als we intrinsiek gemotiveerd zijn om te veranderen.”
Eigen regie
Doeschka Anschutz is medeoprichter van The Lab of Life, waar ze bedrijven en jongeren op scholen helpt bij het verbeteren van de mentale gezondheid. Bijvoorbeeld met trainingen en interventies, die gebaseerd zijn op een wetenschappelijke methode voor duurzame gedragsverandering.
“Als werkgever kun je een training inzetten om de vitaliteit en de duurzame inzetbaarheid van je werknemers te vergroten”, legt Doeschka uit. “De training werkt preventief, maar ook curatief: als iemand al uitgevallen is met bijvoorbeeld een burn-out.” In vijf sessies van twee uur leren werknemers – vaak in een groep – hoe ze gewenste veranderingen onderdeel kunnen maken van hun dagelijks leven.
Weerstand tegen gedragsverandering
Het is voor veel mensen lastig om te komen van wíllen naar dóen, ziet Doeschka vaak. “Als je met gedragsverandering aan de slag gaat, zitten er in ieder mens weerstanden.” Er zijn drie basisweerstanden, legt ze uit. Dat zijn: reactance, scepticism en inertia.
Tijdens de trainingen van The Lab of Life krijgen deelnemers technieken om deze drie weerstanden te overwinnen. In een werkboek gaan ze met opdrachten aan de slag, over hun energiebalans, het herkennen van (stress)signalen en patronen. Ze stellen doelen die ze zélf bedenken, en komen zelf met oplossingen voor hun probleem. Thuis experimenteren ze daarmee; werkt het inderdaad voor mij? Daarna delen ze hun bevindingen met de groep.
Geen controle meer
In haar werk voor The Lab of Life valt het Doeschka op hoe het fysieke verzuim de laatste jaren steeds meer verschuift naar mentaal verzuim. “Over de hele linie ervaren mensen meer stress. Op werk én privé. Dat zien we ook terug in onze trainingen. Als werkgever wil je zulk verzuim voorkomen.”
Mentale klachten op zich hoeven niet meteen een groot probleem te zijn, stelt de wetenschapper. Maar als ze te lang aanhouden, verliezen mensen hun ‘oplossingsgerichte vermogen’. “Ze hebben het idee dat ze de controle over hun eigen situatie kwijtraken. Dat is één van de kenmerken van een burn-out. We noemen dat in de wetenschap ook wel ‘aangeleerde hulpeloosheid’. Iemand wordt passief, verliest het overzicht en ‘weet het allemaal niet meer’.”
Gelukkig hoef je als werkgever niet machteloos toe te kijken hoe je werknemers steeds slechter in hun vel zitten. “Je kunt je werknemers helpen het gevoel terug te krijgen dat ze dingen kunnen oplossen. Maar ze moeten dus zelf bepalen wat ze willen oplossen. Het vertrouwen problemen zelf te kunnen oplossen, is een belangrijke voorwaarde voor gedragsverandering. Hoe vaker mensen ervaren dat ze invloed hebben op hun eigen situatie, hoe meer ze zich bewust worden van hun eigen regie. Daardoor groeit hun zelfvertrouwen weer, krijgen ze meer energie en belanden ze in een opwaartse spiraal.”
Als werkgever kun je de oplossing voor je werknemers misschien niet bieden, je kunt de bewustwording rondom het belang van mentale gezondheid wel vergroten. Zodat werknemers er daarna – als ze dat willen – mee aan de slag kunnen.
Wat je als werkgever nog meer kunt doen om je werknemers te helpen bij gedragsverandering? “Het gesprek aangaan”, zegt de universitair docent. Belangrijk is de juiste vragen te stellen, volgens Doeschka. En concreet te maken wat kan helpen. ‘Wat zou je graag willen veranderen?’, ‘Wáárom wil je dat?’ en ‘Wat zouden we morgen anders kunnen doen om de situatie te verbeteren?’ Doeschka: “En heeft je werknemer behoefte aan professionele hulp? Dan kun je dat zeker faciliteren, maar ook hiervoor geldt: hij of zij moet er zelf mee komen.”
Niet invullen
Niet iedereen weet meteen welk gedrag ze willen veranderen, en hoe ze dat kunnen doen. “Als werkgever kun je daarbij helpen door overzicht te scheppen. Ook dat doe je door vragen te stellen.” ‘Wat kost je energie in je dagelijks leven?’ ‘Waaraan merk je dat je niet lekker in je vel zit?’ en ‘Waar ben je goed in?’
Zo’n gesprek is niet altijd makkelijk, geeft Doeschka toe. “We zijn geneigd snel antwoorden in te vullen voor de ander, zeker als iemand stil blijft. Spring dan niet direct in dat gat, maar laat de stilte toe. Luister, vat samen wat iemand zegt en stel af en toe een vraag. Zo help je mensen het meest. Op een gegeven moment gaan ze merken: hé, ik heb wel degelijk invloed op mijn leven. En dat doet veel voor iemands zelfvertrouwen.”
Het volledige artikel, afkomstig van Nationale Nederlanden, kun je lezen via deze link.