Samen met Fieke Koolen van de Fontys Pabo-ALO heeft The Lab of Life een welzijnstraining bedacht waarin studenten inzicht krijgen in hun eigen welzijn én dat van de leerlingen in hun (stage)klas. Er is landelijke belangstelling voor het project.
‘Al brainstormend kwamen we samen uit op een gemeenschappelijk doel: studenten van lerarenopleidingen zo opleiden dat ze behalve inzicht in hun eigen welzijn, ook handvatten krijgen om hun leerlingen daarin te begeleiden,’ vertelt Fieke. De initiatiefnemers kregen daarbij hulp van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), dat subsidie verleende.
Mentale problemen bij jongeren
Afgelopen zomer kwamen The Lab of Life en Fieke Koolen samen op het idee voor de training. ‘Niet alleen studenten melden steeds vaker dat ze mentale problemen hebben. Ook scholieren. Dat komt naar voren uit verschillende onderzoeken zoals van het Nederlands Jeugdinstituut’, vertelt Fieke. Ze zag bovendien dat docenten vaak niet weten hoe ze hun leerlingen kunnen helpen. ‘Er is handelingsverlegenheid, terwijl het wel belangrijk is om het op te pakken, want met een vol hoofd kun je niet kunt leren.’
Aan de hand van een werkboek en zes bijeenkomsten onder leiding van The Lab of Life leren studenten van de Pabo-ALO in de welzijnstraining om eerst te werken aan persoonlijke triggers en vervolgens om hun kennis en kunde toe te passen in hun stageklas. De training is bewust alleen voor postpropedeusestudenten, studenten die al wat meer ervaring hebben in het begeleiden van kinderen.
Professionele grenzen
‘Door deze praktijkervaring leren ze hun eigen talenten en valkuilen kennen,’’ zegt Fieke. ‘Daarbij leren de studenten waar hun professionele grenzen liggen. Je hoeft niet al het leed van de wereld op je schouders te nemen. Je bent als leraar ervoor verantwoordelijk dat een kind graag naar school komt, maar niet voor de thuissituatie bijvoorbeeld, daar zijn andere professionals voor,’ vertelt ze.
Ook leren ze om theorie toe te passen. ‘Als een kind bijvoorbeeld buitengesloten wordt, dan kan de student via de theorie van de groepsdynamica onderbouwd een plan opstellen.’ Al deze (zelf)inzichten, vaardigheden, kennis en toepassingen in de praktijk gaan vervolgens in het portfolio van de student.
Er startten dertien studenten aan de training. Daarvan zijn er vier afgevallen, omdat ze stopten met de opleiding of vanwege persoonlijke omstandigheden. De anderen zijn volgens Fieke enthousiast over de training. ‘Ik hoor van hen dat het ze echt tot nadenken heeft gezet.’ Na de voorjaarsvakantie volgen de evaluatie en de eventuele vervolgstappen van deze pilot.
Het originele artikel van Petra Merkx is via deze link terug te lezen op de website van Fontys.